Bij bepaling van de weerstandscapaciteit benoemen we de volgende elementen waarmee we tegenvallers op kunnen vangen.
a. Reserve weerstandsvermogen
De stand van de reserve weerstandsvermogen bedraagt per 1 januari 2025 € 5,6 mln.
b. Algemene reserve bouwgrondexploitatie
Binnen de grondexploitatie kennen we de reserve grondexploitatie algemeen als buffer om tegenvallers op te vangen. De stand van deze reserve ramen we per 1 januari 2025 op € 5 mln. In de paragraaf Grondbeleid is de meerjarenprognose te zien.
c. Onvoorzien
Voor het opvangen van onuitstelbare, onvoorzienbare en onontkoombare tegenvallers doen we gedurende het jaar een beroep op de post onvoorzien structureel en onvoorzien eenmalig. Voor 'onvoorzien' was op 1 januari 2024 € 90.000 beschikbaar. Aangezien er vanuit 'nieuw voor oud' € 40.000 gekort is blijft er een bedrag onvoorzien over van € 50.000.
d. Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit is de financiële ruimte, die de gemeente nog kan benutten door verhoging van de onroerende zaakbelasting (OZB), voordat een beroep gedaan kan worden op aanvullende middelen uit het gemeentefonds in het kader van artikel 12 van de Financiële verhoudingswet (Fvw). Voor toelating tot artikel 12 Fvw moeten gemeenten onder andere voldoen aan het redelijke peil van het zogenoemde belastingpakket.
Aangezien deze capaciteit niet direct (en volledig) liquide te maken is, is er voor gekozen om de onbenutte belastingcapaciteit niet onderdeel te laten zijn van de weerstandscapaciteit.
Hoewel de onbenutte belastingcapaciteit in deze begroting niet wordt meegenomen in de weerstandscapaciteit, geeft dit cijfer wel aan welke 'remweg' de gemeente zelf heeft. Vandaar dat deze wel berekend is. De totale OZB-opbrengst voor 2025 is begroot op circa € 9,1 mln. Op basis van het toetsingspercentage toelatingseis artikel 12 Fvw in de meicirculaire 2024 komt de onbenutte belastingcapaciteit uit op circa € 3,2 mln. (was bij de jaarrekening 2023 € 2,8 mln.).
e. Stille reserves
Niet zichtbare reserves, de zogenaamde stille reserves zijn er, omdat niet alle eigendommen van de gemeente op een werkelijke waarde zijn gewaardeerd in de administratie. Omdat de omvang van de stille reserves sterk wordt bepaald door marktontwikkeling worden deze niet meegerekend voor de beschikbare weerstandscapaciteit. Daarom is de omvang van de stille reserves bepaald op € 0. De weerstandscapaciteit zetten we af tegen de risico’s om zodoende te bepalen of ons weerstandsvermogen toereikend is.