Extra personeel in verband met de groeiopgave
Vanuit de groeiopgave zijn een aantal kansrijke locaties benoemd waarvoor door de raad al voorbereidingsinvesteringsbudget ter beschikking zijn gesteld (Raalte-Noord, Molenwijk, van der Capellenweg, Stationsomgeving, nadere verkenning werklocaties). Met het in ontwikkeling nemen van deze locaties wordt de ontwikkelcapaciteit versneld van ongeveer 100 woningen per jaar naar 300 woningen per jaar. Dit vraagt om meer ambtelijke capaciteit in onze organisatie.
Op basis van woningbouwprojecten uit het verleden, eigen kengetallen en de kennis binnen onze organisatie hebben we ingeschat hoeveel capaciteit we nodig hebben. We komen vooralsnog uit op 13 fte die we (extra) nodig hebben. De insteek is hiermee voldoende capaciteit beschikbaar te krijgen voor de bovengenoemde trajecten en dat we per jaar kijken of er nog extra inzet nodig is. Hiermee willen we wendbaar zijn voor economische, politieke en maatschappelijke ontwikkelingen en waar nodig kunnen bijsturen.
Er wordt uitgegaan van gemiddeld 11 fte in dienst van de gemeente Raalte en 2 fte op inhuurbasis.
Totale kosten:
11 x € 114.000 = € 1.254.000 + 2 fte inhuur (45 x 36 x € 110) = € 356.000 en 13 x € 25.000 overhead betekent totale kosten van € 1.935.000.
Totale kosten worden doorberekend voor 60% aan het Grondbedrijf, 20% aan anterieure overeenkomsten en 20% aan de algemene dienst. Dit levert onderstaande dekking op:
Grondbedrijf: 60%
7,8 fte x 1.370 productieve uren per fte = 10.686 x (voorlopig) uurtarief van € 136 = € 1.453.000
Anterieure overeenkomsten/ leges 20%:
2,6 fte x 1.370 productieve uren per fte = 3.562 x (voorlopig) uurtarief van € 136 = € 484.000
Totale dekkingsbijdrage € 1.937.000
Uit het bovenstaande blijkt dat bij 60% doorberekening naar het grondbedrijf en 20% verhaal via anterieure overeenkomsten/leges) tegen uren x tarief er voldoende dekking beschikbaar komt voor de resterende 20% algemene dienst. Dit vindt zijn oorzaak in de toerekening van de overhead. Aan de kostenkant is bij uitbreiding slechts een variabele overhead nodig van € 25.000 per fte, terwijl aan de inkomstenkant via het uurtarief de volledige overhead van afgerond € 69.000 per fte kan worden doorberekend. Hiermee kan gesteld worden dat de 13 fte capaciteitsuitbreiding opgave groei ‘in principe’ budgetneutraal kan worden gerealiseerd.
Voorgesteld wordt om de capaciteitsvraag van 13 fte en de daarbij behorende dekking structureel in de begroting 2025 te verwerken.
Inhuur toekomstbestendig buitengebied
Op dit moment wordt de opgave buitengebied getrokken door een externe kracht die daarvoor wordt ingehuurd. Deze inhuur is noodzakelijk gebleken omdat de interne vacature van strategisch medewerker (die ook de rol van opgavetrekker moet vervullen) zeer moeilijk in te vullen blijkt. Om te waarborgen dat de opgave buitengebied toch voortgang vindt moet er rekening mee gehouden worden dat de rol van opgavetrekker langer extern belegd wordt. Daarvoor zijn de geraamde extra middelen benodigd.
Voorgesteld wordt jaarlijks eenmalig € 72.000 voor de jaren 2025 en 2026 beschikbaar te stellen voor inhuur opgave buitengebied.
Storting in dynamische investeringsagenda
In 2023 is de dynamische investeringsreserve gevormd met als doel in de toekomst voorbereid te zijn op de omvangrijke investeringen die op ons afkomen in het fysieke domein. Deze reserve had bij de start een omvang van € 7,5 mln. Bij de (meerjaren)begroting 2024-2027 is voor de dekking van de herinrichting van de stations Heino en Raalte in de periode 2024-2026 een uitname voorzien van in totaal € 3.050.000. Omdat we voor de toekomst nog steeds omvangrijke investeringen op ons af zien komen in het fysieke domein is het gewenst de dynamische investeringsreserve voor de komende jaren bij te tanken, te beginnen door bij de begroting 2025-2028 een storting van € 3.050.000 in deze reserve te doen ten laste van de algemene bestemmingsreserve. Hiermee komt de dynamische investeringsreserve in 2026 weer op het oorspronkelijke niveau van € 7,5 mln. We verwachten dat dit niet genoeg is voor de omvangrijke investeringen die op ons afkomen en dat doorgroei van deze reserve naar een niveau van € 15 mln. nodig is. Deze doorgroei kan mogelijk gemaakt worden door jaarlijks bij de bestemming van het rekeningsaldo (een deel van dit) saldo aan te wenden ten gunste van de dynamische investeringsreserve tot het niveau van € 15 mln. is bereikt. Dit niveau ook als plafond voor deze reserve in te stellen.
Voorgesteld wordt € 3.050.000 vanuit de algemene bestemmingsreserve te storten in de Dynamische investeringsagenda.
SVn startersleningen
Het budget voor het verstrekken van startersleningen bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) is per 1 januari 2025 nihil. Voorgesteld wordt een bedrag van € 1.500.000 over te maken naar de SVn en de (rente) lasten van € 36.000 op te nemen in de begroting 2025. Zo kunnen starters hier gebruik van blijven maken in een tijd waarin dit hard nodig is om de stap naar een koopwoning te kunnen maken.
Voorgesteld wordt € 1.500.000 over te maken naar de SVn en de rentelasten van structureel € 36.000 op te nemen in de begroting 2025.