We zijn als gemeente wettelijk verplicht om onze zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater na te komen. Hiervoor heffen we rioolheffing. De rioolheffingstarieven zijn vastgesteld in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2021-2030. In 2025 betreft het 16.321 aansluitingen. Het GRP wordt voor de zomer van 2025 geactualiseerd. Hieronder wordt het tarief dat in 2025 geldt weergegeven.
Tarieven rioolheffing | |||
---|---|---|---|
Bedragen in € | |||
Omschrijving | 2025 | 2024 | 2023 |
Basistarief | 277,56 | 270,78 | 257,96 |
Tegemoetkoming t.l.v. alg. dekkingsmiddelen | 0 | 15,54 | 16,88 |
Basistarief na tegemoetkoming | 277,56 | 255,24 | 241,08 |
Hieronder worden de baten, lasten en het dekkingspercentage van de riolering weergegeven.
Kostenonderbouwing en kostendekkendheid rioolheffing | |
---|---|
Bedragen in € | |
Omschrijving | Raming 2025 |
Externe kosten taakveld(en) totaal of gesplitst inclusief rente | 2.862.301 |
Externe opbrengsten taakveld(en) exclusief heffing | 0 |
Netto externe kosten taakveld | 2.862.301 |
Toe te rekenen interne kosten inclusief DOWR | 1.028.199 |
Overhead wat rechtstreeks moet worden toegerekend | 35.783 |
Doorberekening invorderingskosten | 14.891 |
Doorberekening straatvegen 20% | 44.667 |
Doorberekening kwijtscheldingsbeleid 60% | 102.000 |
BTW | 360.414 |
Totale kosten taakveld | 4.448.255 |
Verwachte opbrengsten via rioolheffing | 4.530.057 |
Verrekening met de voorziening riolering | -81.802 |
Totale opbrengst heffing | 4.448.255 |
Dekkingspercentage | 100% |
In totaal wordt er een opbrengst rioolheffing verwacht van € 4.530.057 in 2025.
Opbrengst rioolheffing | |
---|---|
Bedragen in € | |
Recht | Raming 2025 |
Riool basis | 4.470.057 |
Riool grootverbuik | 60.000 |
Totaal riool | 4.530.057 |
Een groot deel van de kosten voor riolering zijn afkomstig vanuit de exploitatie. Verder wordt ieder jaar geïnvesteerd, waarbij een deel van de kosten (gemiddeld 25%) direct ten laste van het resultaat van het taakveld riolering wordt gebracht. Het overige deel van de investeringen wordt over meerdere jaren afgeschreven. De exacte verdeling staat hieronder in de tabel.
Nieuwe investeringsbudgetten voor riolering en water | |||||
---|---|---|---|---|---|
Bedragen in € | |||||
Jaar | Totaal conform GRP 2021-2030 | (Aanvullende) vervroegde investering | Waarvan direct t.l.v. voorziening riolering art 44 lid 2 | Waarvan direct t.l.v. voorziening riolering art 44 lid 1 | Nieuwe kapitaallasten |
2025 | 1.601.000 | 150.000 | 250.250 | 58.837 | |
2026 | 1.527.000 | 150.000 | 231.750 | 56.117 | |
2027 | 1.527.000 | 200.000 | 150.000 | 368.100 | 49.436 |
2028 | 1.527.000 | 508.000 | 150.000 | 460.500 | 44.909 |
Voorgesteld wordt een tweetal grote investeringen eerder uit te voeren dan in het GRP gepland. Daarbij gaat het om de riolering van Heino Zuid en Langkamp in Raalte. Bij het MIP 2023 hebben we reeds middelen gevraagd voor de wegen en groen in Heino Zuid. Daarom wordt voorgesteld de investering die gepland stond in 2041-2050 naar voren te halen. Door vroegtijdig te investeren benutten we koppelkansen en maken we het mogelijk om deze omgeving toekomstbestendig in te richten. Uitvoering wordt voorzien in de periode 2025-2030 met een verwacht investeringsbedrag van in totaal circa € 2,25 mln.
Daarnaast wordt voorgesteld om voor project Langkamp een investeringsbedrag beschikbaar te stellen. Langkamp is onderdeel van een pilot onder de opgave Leefbare en toekomstbestendige dorpen en wijken. Het verwachte benodigde bedrag is circa € 6,28 mln. voor de periode 2025-2030 met dekking vanuit het GRP. Deze middelen waren in het GRP opgenomen in de periode 2031-2040, maar voorgesteld wordt dit naar voren te halen. De middelen voor 2029 en 2030 worden voor zowel Heino Zuid als Langkamp gevraagd bij de begroting 2026 en/of 2027.
Het vroegtijdig investeren in riolering heeft effect op de rioleringsvoorziening. Er is namelijk geen rekening gehouden met dergelijke bedragen. In het voorjaar 2025 wordt het GRP geëvalueerd en herijkt, waarbij we ook rekening zullen houden met bovengenoemde (vervroegde) investeringen om te voorkomen dat de voorziening negatief dreigt te raken.