Het financieringsbeleid is erop gericht om met zo min mogelijk risico zo laag mogelijke rentekosten op de lange termijn te hebben. Om die reden wordt voor de afdekking van het financieringstekort ook gebruik gemaakt van kortlopende leningen (kasgeldleningen en leverancierskrediet). Voor 2025 is een financieringsoverschot geraamd van € 0,8 mln. (peildatum 1 mei 2024). Op basis van de resultaten van de zomernota 2024 en de meest actuele liquiditeitenprognose begroting 2025-2028 (peildatum september 2024) is de verwachting dat het financieringsoverschot tijdelijk (verder) oploopt. Dit vindt met name zijn oorzaak in snellere opbrengsten grondverkopen en langzamere uitgaven voor investeringsbudgetten dan gepland. Dit (tijdelijke) overschot wordt uitgezet bij de (rijks)schatkist en collega gemeenten. Hierover ontvangt de gemeente rentebaten. In de (meerjaren)begroting is rekening gehouden met deze hogere rentebaten.